De Bijbel waarschuwt ons ernstig voor misleiding in de tijd van het einde. In Matthéüs 24 vertelt Jezus ons wat er te komen staat voordat Hij op de wolken van de hemel naar deze aarde terugkomt.
In vers 11 lezen wij: “En vele valse profeten zullen opstaan en velen zullen zij verleiden.”
In deze tijd van het einde, waarin wij leven, zijn er heel wat verschillende godsdienstige organisaties, die beweren dat zij een profetische waarheidsboodschap brengen en het is niet altijd gemakkelijk om een goede keuze te maken. Jezus heeft ons niet voor niets gewaarschuwt, want er is veel bedrog en misleiding.
De Wachttoren
We kennen ze allemaal: de getuigen van Jehovah, die ijverig van deur tot deur gaan met de boodschap van de Wachttoren. Maar deze mensen zijn gruwelijk misleid en hebben door de jaren heen een valse boodschap gebracht van waarheid met leugen vermengd. Er zijn heel wat punten van bedrog op te noemen.
Hierbij een enkel voorbeeld in verband met het jaar 1914, dat bij de getuigen een fundamentele rol speelt en waarover ze zo veel in hun profetische boodschap te zeggen hebben gehad, terwijl dit jaar nog steeds in hun leer een voorname plaats inneemt.
In de Wachttoren van Maart 1936, blz. 45, 46 lezen wij bijvoorbeeld:
“…De tegenbeeldige Filistijnen (alle niet-getuigen) bewaakten deze knechtsklasse (de Jehovah’s Getuigen) in de verwachting dat in 1914 niets zou gebeuren en dat het daarom met het Genootschap en zijn aanhangers gedaan zou zijn en zij bespot en gesmaad zouden worden en tenslotte zouden ten onder gaan.
In plaats daarvan waren de tegenbeeldige Filistijnen, de modernisten, (de niet getuigen) degenen, die in verlegenheid gebracht en te schande werden gemaakt en zich in 1914 in hun schuilplaatsen moesten terugtrekken, toen de wereldoorlog plotseling uitbrak. Zij hadden gezegd dat er nooit meer oorlog zou komen, en nu kwam hij, precies zoals Gods getrouwe knechten verklaard hadden. In 1914 ging Gods getrouwe knechtsklasse (de Jehovah’s Getuigen) door de genade des Heeren voort de koninkrijksboodschap bekend te maken terwijl zij aaantoonde dat de Wereldoorlog het bewijs was, dat het einde der wereld gekomen was. Dit wees erop dat hetgeen zij van tevoren gezegd hadden, niet hun eigen kennis, maar een bewijs van Gods voorkennis en macht was… De getrouwen waren vastberaden, terwijl vele anderen, die vreesachtig en bang waren, afvielen.”
Dit Wachttorenstukje druipt van de leugens. Niet de tegenbeeldige Filistijnen werden in verlegenheid gebracht en te schande gemaakt, maar juist de Jehovah’s Getuigen zelf stonden te schande!
In het Wachttorenboekje “Licht” deel 1, lezen wij:
“…Allen van Gods volk (Jehovah’s Getuigen) keken uit naar 1914 in vreugdevolle verwachting. Toen dit moment aanbrak en voorbij ging, was er veel teleurstelling, ergernis en rouw en Gods volk stond grotelijks te schande. Ze werden in het bijzonder bespot door de geestelijkheid en hun metgezellen en met minachting nagewezen, omdat ze zoveel aangaande 1914 gezegd hadden en wat er gebeuren zou en hun profetieën waren niet in vervulling gegaan.”
Niet de tegenbeeldige Filistijnen hadden gezegd dat er nooit meer oorlog zou komen, maar de Jehovah’s Getuigen hadden dit zelf onomwonden gepredikt.
Gods koninkrijk op aarde
In de Wachttorenuitgave: “Studies in the Scriptures,” Series 2, pag. 77 lezen wij heel duidelijk: “…het zal bewijzen… dat op die datum (1914) het Koninkrijk van God... een volledige, universele controle zal hebben verkregen en op aarde stevig verankerd zal zijn opgericht.”
Dat is wel heel wat anders dan dat er in 1914 een wereldoorlog zou uitbreken.
Kwam de wereldoorlog in 1914 precies zoals Gods getrouwe getuigen verklaard hadden? O neen, verre van dat! Gods Koninkrijk zou in 1914 op aarde in kracht zijn opgericht. Dat is wat de getuigen hadden verkondigd. De wereldoorlog is gekomen, precies in tegenstelling tot wat de getrouwe getuigen hadden verkondigd.
Gingen de getrouwe getuigen in 1914 door de genade des Heeren voort de koninkrijksboodschap bekend te maken en toonden zij aan dat hetgeen zij van tevoren gezegd hadden niet hun eigen kennis was maar een bewijs van Gods voorkennis en macht, zoals het inleidende Wachttorenstukje ons wil laten geloven? Beslist niet.
De Wachttoren van Mei 1938 vertelt ons op pagina 86 met betrekking tot het jaar 1914 heel iets anders. Er waren wel enkelen die getrouw waren, maar de grote meerderheid vluchtte weg van hun opdracht en de getuigen als geheel genomen werden werkeloos en daarmee is het volkomen duidelijk dat zij niet voortgingen de koninkrijksboodschap bekend te maken. Integendeel, ze onttrokken zich aan hun opdracht en werden gevankelijk weggevoerd.
We lezen: “De gewijden (Jehovah’s Getuigen) als geheel genomen in die tijd onttrokken zich aan het door God gegeven gebod (verkondgingswerk) en het vluchtte evenals Elia en werd werkeloos.”
Gedurende de Wereldoorlog werden de plichten verzaakt, die God zijn volk opgelegd had. Dat is duidelijk het tegenovergestelde dan dat zij in 1914 zijn voortgegaan de koninkrijksboodschap bekend te maken.
De getuigen lieten, net als Jona, hun licht niet schijnen. De koninkrijksbelangen waren van de grootste betekenis en deze te verzaken of zich van de verplichting tot gehoorzamen van de geboden Gods te ontdoen stond gelijk met een poging, van het aangezicht des Heeren te vlieden.
Het is volkomen duidelijk dat de getuigen gedurende de Wereldoorlog grotelijks te kort zijn geschoten en allerminst hun taak getrouw hebben volbracht, zoals de inleidende Wachttoren van Maart 1936 ons wil laten geloven. Het is een grove leugen volgens andere Wachttorenuitgaven.
Een dwaze wandel
Waren de getuigen inderdaad vastberaden, zoals de inleidende Wachttorenpassage van Maart 1936 zegt?
De Wachttoren van 1938 maakt duidelijk dat er juist gedurende de Wereldoorlog grote onrust was onder de getuigen en dat zij in slaap waren geraakt, terwijl de Wachttoren van September 1936 te kennen geeft dat de gehele groep was afgedwaald en gereinigd moest worden. En de Wachttoren van December 1935 deelt mee dat de getrouwe en verstandige dienstknechtsklasse (de Jehovah’s Getuigen) gedurende die duistere periode een dwaze wandel volgde.
En zo blijkt zonneklaar dat de mensen gruwelijk bedrogen worden. Er zijn heel wat voorbeelden van verdraaiing van de feiten. Er wordt onjuist geciteerd. Historische en archeologische feiten worden verdoezeld of verkeerd weergegeven en er wordt gemarchandeerd met Grieks en Hebreeuws. In hun eigen bijbel, de Nieuwe Wereldvertaling, staan woorden toegevoegd en worden woorden onjuist vertaald.
O, er is heel wat op te noemen waardoor de bedrieglijkheid van de Wachttoren onmiskenbaar wordt aangetoond.
De profetische boodschap van de getuigen is duidelijk onbetrouwbaar. Zij behoren tot de valse profeten van de eindtijd waarvoor Jezus ernstig waarschuwt.
De opstanding van de getrouwe overwinnaars voorspeld
Om slechts één voorbeeld te noemen, lezen wij in het jaar 1920 uitgegeven Wachttorenboekje: “Millioenen nu levende mensen zullen nimmer sterven, “ op blz. 74, 80, engelse uitgave, pag. 89, 90, 97, de volgende passages:
“Zoals wij zoëven aangetoond hebben, zal de Jubeljaarcyclus in het jaar 1925 eindigen en in dit jaar de aardse phase van het koninkrijk haar intrede doen…
Daarom kunnen wij ervan verzekerd zijn, dat in 1925 Abraham, Isaak en Jacob en de geloofsgetrouwe profeten van het Oude Verbond, in het bijzonder diegenene, wier namen door de Apostel in Hebreeën 11 genoemd worden, als volmaakte mensen zullen terugkomen…
Steunende op het reeds eerder ontwikkelde argument, dat de oude orde van zaken, de oude wereld, bezig is ten einde te lopen en te verdwijnen dat de nieuwe orde staat aan te breken en dat in 1925 de opstanding van de getrouwe overwinnaars van het oude verbond zal plaats vinden en de wederherstelling zal beginnen, ligt de gevolgtrekking voor de hand, dat waar millioenen nu op aarde levende mensen in 1925 nog leven zullen krachtens de in Gods Woord gegeven beloften, millioenen nu op aarde levende mensen nimmer zullen sterven…”
Deze valse boodschap werd door de Wachttorenorganisatie bejubeld als de ware boodschap. We lezen in de Wachttoren van December 1936 bijvoorbeeld:
“Het was in 1918, dat men de boodschap “millioenen nu levende mensen zullen nimmer sterven” overal begon te verkondigen, en sedertdien hebben velen van hen die boodschap gehoord en geloofd, dat zij waar is, en hun harten tot de Heer gekeerd.”
Deze boodschap, die duidelijk een valse boodschap is gebleken te zijn, werd door lezingen over heel de wereld bekend gemaakt.
Ondanks de vele bedrieglijke onjuistheden en valse voorspellingen lezen we, als toppunt van misleiding, in de Wachttoren van November 1935, blz. 175:
“Jehova heeft binnen de grenzen van zijn organisatie de nodige schikkingen getroffen om zijn volk te onderwijzen… het betekent veel meer, dat de Heer er door zijn engelen voor zorgt, dat de nodige kennis te bestemder tijd aan zijn volk wordt overgebracht… God voedt door Christus Jezus zijn volk met het voedsel dat voor hen geschikt is, en Hij geeft het hun te bestemder tijd. De engelen des Heeren, die Hem begeleiden bij zijn komst ten oordeel, dienen onder zijn bevelen, en het bewijs, dat tot dusverre in de Wachttoren-publicaties voorgelegd is, toont met stellige zekerheid aan, dat de Heer aldus met zijn getrouwen op aarde handelt.”
In de Wachttoren van October 1937, blz. 205 lezen wij: “Zulke onwetenden en blinden worden gemakkelijk door de Duivel en zijn handlangers misleid. De “uitverkorenen” behoren niet tot deze klasse, die ver- of misleid kan worden… Deze getrouwen worden door Jehova en Christus Jezus geleerd, en kunnen daarom niet verleid worden.”
De werkelijkheid geeft echter duidelijk te kennen dat de “getrouwe uitverkorenen,” de getuigen van Jehovah, ondanks deze beweringen gruwelijk zijn misleid en dat zij allerminst door Jehova en Christus Jezus worden geleerd.
Maar er zijn nog meer van zulke bedrieglijke en misleidende beweringen in de Wachttorenuitgaven, die zouden aantonen dat de boodschap die zij brengen de gezaghebbende waarheid van Gods Woord zou zijn en dat zij met autoriteit van de Heer zouden spreken. Maar Gods Woord is onveranderlijk, terwijl de boodschap van de getuigen duidelijk onbetrouwbaar en veranderlijk is gebleken. De openbare lezingen die wereldwijd zijn gehouden over het onderwerp: Millioenen nu levende mensen zullen nimmer sterven, zijn daar een heel duidelijk voorbeeld van.
De Wachttoren van Februari 1935, blz 20, geeft de verzekering: “Het woord Gods, door Jehova’s getuigen, het overblijfsel, gebruikt, is niet de boodschap van enig mens noch de uitgedrukte mening eens mensen, maar is de gezaghebbende waarheid van Gods Woord, en verjaagt alle twijfel betreffende de eindoplossing van de wereldsituatie. Zij die geloven en op Gods Woord vertrouwen, weten wat binnenkort gaat gebeuren, en als zij erover spreken, spreken zij met autoriteit van de Heer.”
Er is geen twijfel mogelijk, Jehova openbaart de betekenis van zijn profetieën aan Zijn getuigen, het overblijfsel, en zij zijn ten volle van zijn voornemen op de hoogte en het is een zegen om in zijn heerlijke organisatie te verblijven. We lezen in de Wachttoren van Februari 1937, blz. 47:
“Duidelijk, zonder de minste twijfel te laten, ontvouwt Jehova de betekenis zijner profetieën van ouds aan zijn overblijfsel, opdat het ten volle met zijn voornemen op de hoogte gesteld worde en opdat, aldus ingelicht, het overblijfsel zijn hoop versterkt moge zien in lijdzaamheid en vertroosting, opdat het een aandeel moge hebben in de rechtvaardiging van Jehova’s naam en voor eeuwig in zijn heerlijke en gezegende organisatie moge verblijven.”
De Wachttorenorganisatie geeft met mooie woorden een betrouwbaar hemels karakter aan haar boodschap, maar de werkelijkheid is duidelijk anders. Jehova’s naam wordt gesmaad en allerminst gerechtvaardigd door de vele verkeerdheden en onjuiste, profetische voorspellingen. Het is een duidelijk bewijs dat Gods engelen niets met deze organisatie te maken hebben en dat Jehova zijn profetieën en voornemen niet aan hen openbaart. Het is duidelijk dat zij tot de vele valse profeten behoren die velen misleiden.
De Wachttorenorganisatie veroordeelt zichzelf.
Een opmerkelijke passage met een heel duidelijke boodschap die alle getuigen ter harte zouden moeten nemen, staat in de Wachttoren van 1 Februari 1964, blz. 81, waar we lezen:
“Zijn religie is een religie van juiste geloofsovertuigingen, terwijl alle uitspraken ervan met elkaar in overeenstemming zijn, net zoals ware natuurwetenschap harmonieus en niet met zichzelf in tegenspraak is. De ware religie van de ene God is niet met zichzelf in tegenspraak, verloochent zichzelf niet en is ook niet in zichzelf verdeeld.”
Mooie woorden, maar de Wachttorenleer is een grote puinhoop. We hebben een folder over de Wachttorenreligie, getiteld: Een Ernstige Waarschuwing, met 24 leerpunten, die zijn veranderd en tegenstrijdig zijn met elkaar. Sommige leerpunten zijn wel drie keer veranderd, die niet in overeenstemming zijn met elkaar.
Niettemin schrijft de Wachttoren van Juni 1933, blz. 83: “Er is geen reden om aan het getuigenis van Jehova te twijfelen. Het is onveranderlijk, gewis, duurzaam, standvastig en onbeweeglijk. Degenen die hunne getrouwheid tegenover Jehova handhaven… weten dat zij een zekere grond hebben voor hun geloof.”
Het mag volkomen duidelijk zijn dat de Wachttorenreligie niets te maken heeft met het getuigenis van Jehova en met zijn ware, onveranderlijke religie.
De hogere machten
Een enkel voorbeeld van de veranderde leerpunten van de Wachttorenreligie betreft de “waarheid” over de gestelde, hogere machten van Romeinen 13:1. Het zijn niet de wereldse machten en overheden, maar God en Christus zijn de “hogere machten” die moeten worden gehoorzaamd.
De Wachttoren van 1 September 1950 is onder het opschrift: Een overwinning gewijd aan Jehova’s eer, in het bijzonder gewijd aan deze geopenbaarde waarheid. We lezen:
“De waarheid dat Jehova-God en Christus Jezus, en niet de wereldse politici, de Hogere Machten van Romeinen 13:1 zijn, werd sedert 1929 duidelijker gemaakt en er werd een grotere bekendheid aan gegeven, vooral door de uitgaven van De Wachttoren… Doch wanneer de getuigen beginnen te spreken en het licht laten schijnen dat uit de Bijbel komt, geraakt de vijand in verwarring en geheel van streek, terwijl hij geen stand kan houden tegen de bekendgemaakte waarheden… De waarheid over het feit dat God en Christus de “hogere machten” zijn, werd in 1928 en 1929 duidelijk gemaakt en sedertdien is die ondubbelzinnige waarheid als een belangrijk onderdeel van het zwaard des geestes gehanteerd… Hoe meer het licht der waarheid scheen en hoe meer het lofgeroep en de bazuinen des lofs weerklonken, des te meer mensen van goede wil sloten zich bij de gelederen van Jehova’s getuigen aan… Het gezalfde overblijfsel heeft de strijd van waarheid tegen leugen thans reeds vele jaren voortgezet… Daar alle dienaren van Jehova op aarde aldus van boven worden onderwezen, kunnen zij zeggen: “Wijsheid is beter dan kracht”…. Zij zullen de fakkel van de waarheid laten schijnen, hun stem verheffen gelijk een bazuin, luidkeels de lof van God uitroepen en moedig het “zwaard des geestes” hanteren, “hetwelk is Gods Woord.”
In boeien gebonden
In de Wachttoren van 15 December 1935 komt ook de geopenbaarde waarheid van de “hogere machten” uit Romeinen 13 ter sprake en er worden enkele interessante punten duidelijk gemaakt in bijgaande afdrukken van pagina 205 van deze Wachttoren-uitgave. Voordat de getuigen deze bijzondere waarheid over de “hogere machten” leerde kennen, was het beperkt en in boeien gebonden. Maar ze werden in het licht van de tempel gebracht en door Jehova gezalfd.
We lezen dat zij de macht en de opdracht hebben ontvangen om de koningen der aarde te binden met ketenen en hun achtbaren met ijzeren boeien. Dat was in de visie van de getuigen het effect van de verkondiging van deze duidelijk, door Jehova, geopenbaarde waarheidsboodschap, want zij waren niet de “gestelde hogere machten.” Het verkondigen van deze boodschap was het speciale werk waarvoor Jehova de getuigen gebruikte en wat zij ook vele jaren hebben gedaan. Dit werk was voor de gezalfde getuigen niet willekeurig, maar een duidelijk en absoluut verplichtend gebod van Jehova. Ze moesten uittrekken om dit evangelie met de waarheid over de “hogere machten” te verkondigen, tot een getuigenis voor de wereld.
De vliegenplaag
In het Wachttorenboekje Jehova, in het jaar 1934 uitgegeven, worden, onder meer, de tien plagen besproken die over Egypte gekomen zijn en Jehova’s getuigen zijn geroepen om de tegenbeeldige plagen bekend te maken. We lezen op blz. 61:
“Jehova’s getuigen maken nu zijn boodschap van ongeluk, rampen en straf tegen Satan’s organisatie, beiden de zichtbare en onzichtbare, bekend. Dit verschaft ons de draad van het verstaan van de tegenbeeldige vervulling van de tien plagen die over Egypte kwamen en laat zien, dat Jehova zijn getuigen op aarde in verband daarmede gebruikt.”
De vierde plaag is de vliegenplaag en betreft de geopenbaarde waarheid van de “gestelde, hogere machten” Rom. 13:1-7.
De getuigen zijn met deze waarheidsboodschap, die tot een getuigenis gegeven moet worden, uitgezonden. De Wachttoren van 1929 verkondigde deze waarheid over de “gestelde machten” of “overheden” voor het eerst, “en daar begonnen de vliegen Satan’s benden te bijten, omdat de waarheid deze gruwelijke organisatie ontmaskert,” zo lezen we op blz. 83. En we lezen verder: “Jehova reinigt zijn volk dat Hij als zijn getuigen gebruikt, en bij hen is geen ongedierte.”
Deze bijzondere boodschap over de ware “hogere machten” werd bij herhaling in vele Wachttorenuitgaven, op verschillende wijzen, gepresenteerd en is vele jaren lang, in opdracht van Jehova, als de ondubbelzinnige koninkrijkswaarheid, verplicht verkondigd.
De ommekeer
Maar er is, na jarenlang, een ommekeer in de verkondiging van de waarheid over de “hogere machten” gekomen en de getuigen hebben deze geopenbaarde “waarheid” van Jehova, zonder blikken of blozen, laten vallen, alsof er niets aan de hand is geweest.
We lezen in de Wachttoren van 1 december 1965 blz. 731:
“Overal ter wereld volgen Jehovah’s getuigen de Bijbelse leer, dat christenen onderworpen dienen te zijn aan de heersers van elke maatschappij waarin zij leven. Het bijbelse gebod voor christenen luidt: “Iedere ziel zij onderworpen aan de superieure autoriteiten.” Romeinen 13:1, N.W.
En als toppunt van bedrog en misleiding lezen we in de Wachttoren van 1 februari 1963, blz. 81:
“Religieuze organisaties in de christenheid hebben zich schuldig gemaakt aan verzet tegen Gods regeling. Op welke wijze? Door zich tegen de toegestane autoriteiten te verzetten, in plaats van zich aan hen te onderwerpen… Zij hebben geprobeerd de politieke “hogere machten” de baas te zijn. in plaats van zich als ware christenen te onderwerpen.”
Onvoorstelbaar, daar waar Jehovah’s Getuigen zichzelf jarenlang op misleidende wijze verplicht aan schuldig hebben gemaakt, beschuldigen zij anderen daarvan. Het mag volkomen duidelijk zijn dat deze Wachttoren-getuigen niets met Jehovah te maken hebben, maar valse, bedrieglijke profeten zijn, waarvoor Jezus ernstig heeft gewaarschuwd.
Een edel voorbeeld
Een ouderling van de getuigen die onze boekjes heeft gelezen: “Barmhartigheid en geen offerande” “Een schokkende ontdekking” “Zij zagen uit naar 1975” “Zij hebben hun religie onderzocht” en “De tijd is nabij” schrijft:
“… als gevolg daarvan heb ik eerst mijn ambt als ouderling (van een gemeente van Jehovah’s Getuigen) neergelegd. Wat later ben ik voorgoed weggebleven uit de organisatie en pas korte tijd geleden heb ik een officiële aanvraag ingediend tot terugtrekking. Ik voel me bedrogen, gemanipuleerd en in een geestelijke wanhopige toestand. Toch heeft het herlezen van jullie brochures me nieuwe hoop gegeven…”
Wegens privacy redenen, geen naam en verdere details. Mogen velen dit edele voorbeeld volgen door te kiezen voor wat waarheid is.