Velen vragen zich af of het wel klopt dat in de hemel de reiniging van het heiligdom plaatsvindt. Alles in de hemel is toch volmaakt en zuiver?
Maar de bijbel spreekt duidelijk over de reiniging van het hemelse. De hemelse dingen zelf worden gereinigd met betere offeranden, zo lezen we. Hebreeën 9:21-23. De aardse tempel werd van zonden gereinigd met bloed van dierlijke offers, terwijl de hemelse tempel wordt gereinigd door het bloed van het volmaakte Offerlam Gods.
Maar de overdracht van de zonden naar het hemels heiligdom is ook iets wat velen niet goed begrijpen.
Echter in ons dagelijks leven gaat het in feite net eender als met het heiligdom. Wanneer wij een ernstige overtreding begaan van één van de wetten des lands, dan komt deze overtreding middels een proces verbaal in het rechtsgebouw terecht. En op die plaats, in het rechtsgebouw wordt, na verloop van tijd, de overtreding door de rechter behandeld. Het dossier wordt geopend en bestudeerd. Een advocaat behartigt onze zaak en er vindt veroordeling of vrijspraak plaats. Dat is de normale gang van zaken in vrijwel elk land ter wereld. En zo gaat het in feite ook in het Goddelijk gerechtshof. Het is niet zo moeilijk om dat te begrijpen.
Wanneer wij Gods wet overtreden, dan wordt er, als het ware, ‘procesverbaal’ opgemaakt. Alles wordt nauwkeurig opgetekend in de hemelse boeken, wachtend op de dag waarop onze zaak voor zal komen in het hemels gerechtshof – het hemels heiligdom. Dat is de plaats waar tronen werden opgesteld en de Oude van Dagen Zich heeft gezet, met onze Advocaat aan Zijn rechterhand. Daniël 7:9, 10, 22.
Dáár, in het hemels heiligdom pleit Christus voor ons bij de Vader. Wij hebben een voorspraak bij de Vader. 1 Johannes 2:1. Dáár wordt ons dossier geopend. Dáár worden de boeken geopend en wordt er een onderzoek ingesteld waarbij onze overtredingen ter sprake komen. En als blijkt dat wij in het geloof berouw hebben getoond, dan zal Christus ons, op grond van Zijn vergoten bloed, vrijpleiten en onze zonden zullen worden uitgedelgd.
En zo wordt het hemels heiligdom gereinigd van alle zonden die beleden zijn. Ze worden uitgewist. Ze worden, zoals Micha het zegt, geworpen in de diepten der zee. Ze worden volkomen weggespoeld en komen nooit meer boven water. Zoals de zonden van het volk vanouds op het zondoffer werden overgedragen en zinnebeeldig door het dierlijk offerbloed naar de tempel werden overgebracht, worden de zonden van de gelovigen, die hun schuld belijden, op Christus, als het Ware Offer, overgebracht en naar het heiligdom in de hemel overgedragen.

Bazuingeschal
De Grote Verzoendag werd vanouds met bazuingeschal of hoorngeschal aangekondigd. Dat was een Goddelijk voorschrift. Niemand mocht omtrent deze belangrijke gebeurtenis in het onzekere verkeren.
En zo heeft God aan Zijn knecht, de profeet Daniël, bekendgemaakt wanneer de hemelse Grote Verzoendag in werkelijkheid zou zijn aangebroken. Iedereen moet daarvan op de hoogte zijn; niemand mag onwetend zijn aangaande deze belangrijke gebeurtenis. Van Godswege gezonden, vliegen er, volgens Openbaring 14:6-12, drie engelen in het midden des hemels; elk met een uitermate belangrijke boodschap. De eerste engel roept met luider stem: “Vreest God en geeft Hem eer, want het uur van zijn oordeel is gekomen.” Denk aan uw Schepper: “aanbidt Hem die de hemel en de aarde… gemaakt heeft.” Vs. 7.
Het is in feite de boodschap van de shofar; van verootmoediging, heiliging en zelfonderzoek; de boodschap van het bazuingeschal, wanneer in het oude Israël de Verzoendag aanbrak; de dag van oordeel en beslissing. Het is een ernstige en zeer plechtige boodschap. De profeet Joël zegt het zo: “Blaast de bazuin op Sion en maakt alarm op mijn heilige berg! Dat alle inwoners des lands sidderen, want de dag des HEREN komt.” 2:1. Joël roept op tot boete en inkeer: “Bekeert u tot Mij met uw ganse hart, en met vasten en met geween en met rouwklacht. Scheurt uw hart en niet uw klederen en bekeert u tot de HERE uw God… Blaast de bazuin op Sion, heiligt een vasten, roept een plechtige samenkomst bijeen. Vergadert het volk, heiligt de gemeente…” Joël 2:12, 13, 15, 16.

De dag des Heren is een uitdrukking die veel door Gods profeten wordt gebruikt met betrekking tot de oordelen Gods. De profeet Joël wijst niet alleen op het oordeel dat het afvallige volk van God treffen zal, maar zijn boodschap en oproep tot inkeer kan ook van toepassing worden gebracht op het oordeel op de dag des Heren van de hemelse Verzoendag, maar ook op het oordeel op de dag des Heren aan het eind der tijd; het eindoordeel dat over heel de wereld komen zal. God heeft een beweging op gang gebracht. God roept Zijn kinderen op om de boodschap van oordeel, verootmoediging, berouw, inkeer en aanbidding van de Schepper, bekend te maken voordat Christus komt om Zijn gemeente thuis te halen in Zijn eeuwig koninkrijk. Het is Gods boodschap voor deze tijd van het einde, die, voorafgaand aan de oogst bij de wederkomst van Christus, zal worden verkondigd. Laat de bazuin in zuiverheid weerklinken. Laten er geen bijgeluiden zijn, die de zuivere boodschap verstoren.
Als er ooit een tijd geweest is waar de boodschap van de bazuin of shofar van kracht was, dan is dat wel nu. De hemelse Grote Verzoendag is al geruime tijd geleden aangebroken en is nu reeds ver gevorderd. Weldra breekt het plechtige moment aan waarin ieders lot voor altijd zal zijn beslist. De laatste boodschap van genade is dan gebracht en al Gods kinderen hebben dan “het zegel van de levende God” ontvangen en over de onboetvaardigen worden de plagen uitgestort, terwijl de tempel is vervuld met rook en niemand daarin kan binnengaan. Openbaring 7:2; 15:5-8. Het verzoeningswerk van Christus is dan ten einde gebracht en de tijd van genade voorgoed voorbij. Niemand kan meer ingaan tot de troon der genade om vergeving te ontvangen. Het verzoenende Middelaarswerk van Christus is dan beëindigd en er is geen ommekeer meer mogelijk. Voordat Christus naar deze aarde komt is ieders lot voorgoed beslist.

Ernstige boodschap
Het is een zeer ernstige boodschap die nu aan alle mensen gebracht moet worden. Een boodschap die helaas maar door weinig mensen wordt beseft, gewaardeerd en ter harte genomen. Men maakt zich druk over allerlei andere zaken en onderwerpen en men gaat voorbij aan de dringende boodschap die God voor deze tijd van het einde heeft bestemd, om een volk voor te bereiden op de spoedige komst van Christus. Maar de macht van de boze doet er alles aan om ons daarvan te weerhouden, tot de deur van genade gesloten is en Christus Zijn hogepriesterlijk werk heeft afgesloten en de tempel met rook is vervuld en niemand meer tot inkeer kan komen.
Wij moeten nu, terwijl onze hemelse Hogepriester nog voor ons pleit, serieus ons best doen om ons leven in harmonie te brengen met Gods wil. Laten we niet zorgeloos en onverschillig voorbij gaan aan de weg waarop wij behouden kunnen worden. Laten we onszelf niet influisteren: Het komt wel goed, maak je maar geen zorgen; God is een God van liefde en Hij zal je niet afwijzen; we zijn nu eenmaal mensen met fouten en gebreken en daar kun je weinig aan veranderen. Maar met een dergelijke instelling zullen wij nooit onze fouten kunnen overwinnen. We zullen ermee blijven zitten tot in lengte van dagen, tot de genadedeur gesloten is, tot het voorgoed te laat is.
Velen beseffen niet dat dit voor Christus een belediging is, want Hij is juist gekomen opdat wij, door Zijn kracht en genade, een overwinnend leven zouden kunnen leiden. En als wij daarin getrouw zijn, zullen wij, als overwinnaars, de onschatbare dingen beërven, die God voor ons bestemd heeft. Openbaring 2:7; 3:12, 21. Daarentegen zullen zij, die volgens hun gebrekkige, zondige natuur blijven leven, zonder dat zij zich met Gods hulp tot wedergeboren mensen laten veranderen, tenslotte rampzalig omkomen. Johannes 3:3, 5. Als wij gered willen worden voor Gods koninkrijk, zullen wij nu, en dat temeer nu, tijdens de hemelse grote Verzoendag, serieus moeten omgaan met onze fouten en gebreken. De Schrift spreekt niet over een gemeente met fouten en gebreken, maar over een gemeente “zonder vlek of rimpel of iets dergelijk, zodat zij heilig is en onbesmet.” Ephezieërs 5:27. En op de vraag, wie de berg des HEREN mag beklimmen en mag staan in Zijn heilige plaats, antwoordt de Schrift: “Die rein is van handen en zuiver van hart…” Psalm 24:3, 4. God kan in Zijn koninkrijk geen onrecht, zonde of onreinheid gedogen en daarom moet elke zonde van tevoren verzoend en weggedaan zijn; elke smet gereinigd en uitgewist.

Gods lankmoedigheid
Wanneer de hogepriester vanouds op de Grote Verzoendag de tempel had gereinigd en de zonden waren weggedaan, kwam hij naar buiten en zegende de wachtende volksmenigte die zich in berouwvolle aanbidding voor God had verootmoedigd. Het was een verblijdend moment wanneer de hogepriester naar buiten trad en het uur van verlossing en bevrijding aankondigde.

Zoals we in de voorgaande studie over de Grote Verzoendag gezien hebben, wijst de tijdsperiode van 2300 jaardagen naar het jaar 1844. Nu zegt de profetie in Daniël 8:14 niet: Tot 2300 avonden en morgens, dan IS het heiligdom gereinigd, neen, de profetie luidt: dan ZAL het heiligdom gereinigd WORDEN. Met andere woorden, het jaar 1844 markeert het BEGIN van de reiniging en niet het einde. Hoeveel tijd het reinigingswerk in beslag neemt, heeft God niet geopenbaard en wij weten niet hoe lang het nu nog duren zal. Wel kunnen we aannemen dat de tijd die nog rest niet lang meer zal zijn. Sinds 1844 leven wij al geruime tijd tijdens ‘het uur van het oordeel’ en dat is zeker een flinke periode. Sommige mensen hebben daar moeite mee. Maar als wij bedenken dat God elke daad, met al wat verborgen is, goed of kwaad in het gericht zal brengen, zoals we in Prediker 12:14 lezen, dan staat het vast dat wij, met de enorme mensenmassa, die deze aarde vanaf het begin heeft bevolkt, nooit met zo’n gigantische taak klaar zouden kunnen komen. En daarom past het ons niet om Gods voornemen te beoordelen door te beweren dat de hemelse Verzoendag nooit zoveel jaren zal kunnen duren. Maar bovendien moeten we ook bedenken wat de apostel Petrus schrijft over de komst van Christus: “Doch dit ene mag u niet ontgaan geliefden, dat één dag bij de Here is als duizend jaar en duizend jaar als één dag. De Here talmt niet met de belofte, al zijn er, die aan talmen denken, maar Hij is lankmoedig jegens u, daar Hij niet wil, dat sommigen verloren gaan, doch dat allen tot bekering komen.” 2 Petrus 3:8, 9. De lankmoedigheid Gods speelt een zeer grote rol. God is geduldig opdat nog veel mensen de gelegenheid zullen krijgen om tot bekering te kunnen komen. Zolang Christus nog vertoeft om het heiligdom te verlaten, zolang staat de deur van genade nog open en is er gelegenheid om tot inkeer te komen en kan onze schuld nog worden verzoend en uit de hemelse boeken worden uitgewist.

Het probleem is echter dat veel van Gods kinderen geen ernst maken met het oordeel. In plaats van getrouwheid en toewijding lijkt het wel alsof velen steeds vrijzinniger worden in hun geloofsleven. Maar om ons voor te bereiden op de komst van Christus, moet het juist andersom zijn. Géén oppervlakkigheid maar principiële gehoorzaamheid aan al wat God geboden heeft. Geen verslapping maar getrouwheid, óók in de kleine dingen. Als de Bijbel spreekt over een gemeente, zonder vlek of rimpel; heilig en onbesmet, dan kan daarbij geen sprake zijn van halfslachtigheid. Het is van belang aandacht te schenken aan de oordeelsboodschap van de reiniging van het heiligdom. Het aanbreken van de ure des oordeels vormt een klemmende reden om God te vrezen en te aanbidden. We lezen immers: ‘Vreest God en geeft Hem eer, WANT de ure van zijn oordeel is gekomen, en aanbidt Hem…’ Openbaring 14:7.

Terwille van Gods schepselen
De onderzoeksfase van het oordeel is niet bedoeld om God inzicht te geven of om gegevens te presenteren waarvan Hij nog niet op de hoogte zou zijn. God is alwetend. Het raadplegen van de boeken openbaart aan God geen nieuwe feiten. God is volledig en onfeilbaar op de hoogte. Niets is voor Hem verborgen. Maar waarom staat alles dan opgetekend en vindt er een rechtszitting plaats?
De apostel Paulus geeft ons een hint: “Of weet gij niet, dat de heiligen de wereld zullen oordelen?… Weet gij niet dat wij over engelen oordelen zullen?” 1 Corinthiërs 6:2, 3. Zij die behouden zijn mogen het oordeel Gods inzien en hun conclusie vormen. Zij mogen met Christus op tronen zitten om de stammen Israëls te richten. Mattheüs 19:28. Het oordeel Gods is geen geheim.

Het oordeel met de boeken geopend, is ter wille van de wezens die door God geschapen zijn – ter wille van de engelen – ter wille van de mensen – ter wille van de ganse schepping, die niet, zoals God Zelf, alwetend is. De ganse schepping zal tenslotte erkennen: “Here God, Almachtige; rechtvaardig en waarachtig zijn uw wegen…” Openbaring 15:3. En vers 4 zegt dan: “Want alle volken zullen komen en zullen voor U nedervallen in aanbidding, omdat uw gerichten openbaar zijn geworden.”

De oordeelszitting vindt plaats om inzicht te geven in Gods handelwijze met Zijn schepselen. Het oordeel is gegeven en openbaar geworden, opdat Gods schepselen ten volle Gods rechtvaardigheid kunnen beseffen, waarom sommigen niet gered zijn. God maakt Zijn gerichten openbaar ter wille van Zijn schepselen en een ieder zal dan de absolute volmaaktheid van Gods karakter in al Zijn wegen, zonder enige twijfel, begrijpen en ten volle beseffen.

Bemoediging, hoop en vertrouwen
De apostel Paulus stelt in Romeinen 8:3 de vraag: “Wie zal uitverkorenen Gods beschuldigen? God is het, die rechtvaardigt; wie zal veroordelen?” Weet u, dat is onmogelijk. Niemand zal dat kunnen. In Gods hand zal elke berouwvolle zondaar veilig zijn tegen elke aantijging. Als de boeken in het oordeel geopend worden, hebben oprechte christenen niets te vrezen, want hun Verlosser, Jezus Christus, bepleit hun zaak op onfeilbare wijze. Voor het ganse universum zullen zij gezuiverd staan van elke smet, zodat niemand hen kan beschuldigen.

Wij kunnen het oordeel hoopvol en met vertrouwen tegemoet zien, omdat God overal aan denkt en niets vergeet. Wij als mensen schieten dikwijls tekort. Wij zijn vaak niet oplettend genoeg en wij vergeten al gauw de goede dingen die anderen doen. De vierschaar in het hemels heiligdom geeft ons nieuwe moed, hoop en vertrouwen. Hebreeën 6:10 verzekert ons: “Want God is niet onrechtvaardig, dat Hij uw werk zou vergeten en de liefde, die gij voor zijn naam getoond hebt door de diensten, welke gij de heiligen bewezen hebt en nog bewijst.”

Laten wij blijven volharden in het doen van het goede. God weet elke daad, hoe gering ook, volkomen naar waarde te schatten, zonder dat er ook maar iets vergeten wordt of verloren gaat. Ook al oogsten wij geen enkele vorm van menselijke waardering, of misschien wel alleen maar verwijten en kritiek; laat u niet ontmoedigen, Jezus is u voorgegaan en ondanks al het goede wat Hij deed, werd Hij zelfs ter dood gebracht. Laat het ons genoeg zijn dat in het hemels heiligdom alles naar waarde wordt geschat. Dáár wordt alles gerechtvaardigd – daar wordt alles gereinigd – daar wordt alles hersteld – daar wordt alles in rechte staat gebracht.

Wat een geweldige boodschap komt ons tegemoet vanuit het hemels heiligdom. Die boodschap kunnen wij niet missen. Die boodschap kunnen wij niet verachten. Die boodschap is bezielend voor elke oprechte gelovige. Die boodschap omsluit ons eeuwig wel of wee.
Mogen wij meer acht slaan op het ingrijpende en beslissende gebeuren in Gods heiligdom. Het gaat ieder mens aan. Niemand wordt overgeslagen.
Mogen wij in ons dagelijks doen en laten getuigen dat wij die kostbare hemelse boodschap begrepen hebben.

We use cookies

Wij gebruiken cookies op onze web site. Sommigen zijn essentieel voor het correct functioneren van de site, terwijl anderen ons helpen om de site en gebruikerservaring te verbeteren (tracking cookies). U kan zelf kiezen of u deze cookies wil toestaan of niet. Let op dat als u onze cookies weigert mogelijk niet alle functies van de site beschikbaar zijn.